Door: Judith de Bruijn
1 januari 2015

Mijn nieuwjaarstoespraak

[KGVID width=”653″ height=”435″]http://judithdebruijn.nl/wp-content/uploads/2015/01/Nieuwjaarsduik1.mov[/KGVID]

 

[hieronder staat de tekst van de toespraak, je kunt dus kiezen: kijken of lezen]


Een kind staat bibberend aan de rand van het zwembad. Het diepe. De bodem is ver weg en het ziet er eng uit. Alsof het water haar naar beneden zal trekken. Ze voelt haar hart kloppen en een knoop in haar maag. Ze kijkt verlangend naar de zwemmer die met een krachtige schoolslag de andere kant van het bad bereikt. Dat wil ze ook.

Zo voel ik mij NU.
En ik duik.

 

Dit is mijn eerste toespraak.
Ik ben niet de koningin of de burgemeester, niet de directeur of het schoolhoofd, en toch schrijf ik een toespraak. Dit jaar wil ik namelijk gaan leren om toespraken te schrijven. En de beste manier om het te leren, is om het water in te duiken wetend dat ik al kan zwemmen.

Vorig jaar startte ik met het begeleiden van sprekers die de stap zetten naar een groter podium. Ze wilden van het ondiepe, waar je altijd nog veilig kan staan in geval van nood, naar het diepe, waar je geen vaste grond meer onder je voeten hebt.

Vaak kwamen ze bij me met de vraag hoe om te gaan met de spanning van een grote zaal. De angst om dicht te slaan en zonder woorden te komen, juist op de plek waar ze die woorden wilden delen. Of dat hun spanning de woorden zouden laten bibberen waardoor de boodschap ‘stressssss!!!!’ bij het publiek aan zou komen in plaats van de inhoud van hun woorden.

 

Ik heb niet veel ervaring met podiumangst. Niet voor niets was de titel van mijn allereerste blog vorig jaar ‘podiumzin’. Ik dacht dus ook dat ik sprekers niet zou kunnen helpen bij het overwinnen ervan.

Maar wat ik wel goed kan, is te helpen met het vinden van de juiste woorden. Woorden die uitdrukken wat je wilt zeggen. Woorden die uitdrukken wat je voelt en die passen bij wie jij bent. Als je die woorden eenmaal hebt gevonden, verdwijnt spreekangst naar de achtergrond. Ze verdampt en maakt plaats voor het verlangen om dit verhaal, datgene wat jou drijft, te delen.

 

Als sprekerscoach help ik bij het vinden van dat verhaal. Ik liet de sprekers achter met een duidelijke lijn, en ze konden daar hun eigen woorden bij vinden. Soms vatte ik hun verhaal samen en dan vroegen ze: “zeg dat nog eens een keer, ik wil het opschrijven, je zegt precies wat ik wil zeggen.”
Dat geeft me het vertrouwen dat ik ook die volgende stap kan gaan zetten: een toespraak schrijven.
Daar heb ik nog alles in te leren. Ik weet er echt niks van.
Tenminste dat denk ik.

Maar ik weet dat in jezelf in het hier en nu, altijd de juiste woorden te vinden zijn.

Ik vond de woorden voor dit verhaal in mezelf, op dit moment en op deze plek. Mijn angst was mijn inspiratiebron, mijn verlangen de drijfveer. Op 1 januari, vlakbij Scheveningen, waar vandaag de nieuwjaarsduik plaats vindt, vond ik de metafoor van het zwemmen. Alle ingrediënten van het verhaal waren onder handbereik. Het enige wat nog nodig was, was te duiken.

Dat vraagt een beetje durf.

Die krijg ik door te denken aan de sprekers van het afgelopen jaar die ook in het diepe sprongen en me na afloop vertelden hoe het applaus klonk, hoe ze merkten dat hun woorden anderen raakten. Ze waren trots en blij.

Ik neem een voorbeeld aan hen, aan jullie, en duik het diepe in.

Plons!

 

zwemmen_kind2

 

4 reacties


  1. Judith de Bruijn schreef:

    @Monique: ik heb een tweede bedrijf, de Presenters Web Academy, waar je een cursus kan volgen met mij als coach die je leert te presenteren op camera. At your service!

  2. Judith de Bruijn schreef:

    Dank voor de complimenten!
    @Jan: wat betreft de tekst. Die staat op mijn scherm in een word document. Maar ik hoef er eigenlijk nauwelijks op te kijken, want ik ken het zo goed als uit mijn hoofd. Dat is natuurlijk het voordeel van een zelf geschreven tekst, die zit al in je hoofd. En het hoeft niet helemaal precies. Degene voor wie ik (ooit) een speech schrijf, zal ook haar eigen woorden er tussen fietsen.

  3. Jan Lelie schreef:

    Niet alleen de passende woorden, maar ook de passende achtergrond: de vier kleuren van de archetypische werkelijkheden. Hoe doe je het trouwens met de tekst? Niet het schrijven, maar het lezen. Zie die je op je scherm? Heb je haar uit je hoofd geleerd? Of gebruik je je speakers notes? Ik vermoed het laatste.

  4. Monique schreef:

    Sommige mensen zijn gewoon leuk om naar te kijken en te luisteren en jij bent daar zeker één van. Waar ik me bij sommige mensen snel een oordeel vorm over wat er allemaal anders had gekund in mijn ogen, heb ik dat bij jou helemaal niet. Zoals jij voor de camera staat, dat wil ik ook. Steeds wil ik videoboodschappen opnemen en steeds stel ik het uit, is er wel weer een excuus om het niet te doen. Ik ga het in januari DOEN. Dank je wel voor de extra inspiratie 🙂


Geef uw reactie